Wat verandert er bij het saneren van bodemverontreiniging
Met de komst van de Omgevingswet voert het Rijk, naast wijzigingen en aanvullingen, ook een aantal beleidswijzigingen door rond het saneren van een bodemverontreiniging.
Bevoegd gezag historische verontreinigingen
Door verdere decentralisatie wijzigt voor veel locaties het bevoegd gezag voor historische verontreinigingen. Dat zijn verontreinigingen die zijn veroorzaakt vóór de inwerkingtreding van de Wet bodembescherming (Wbb) (1 januari 1987) en voor asbest vóór 1 juli 1993. Op deze verontreinigingen is de zorgplicht niet van toepassing.
In de Omgevingswet hebben individuele gemeenten het bevoegd gezag over de historische verontreinigingen in de vaste bodem. Bij de aanpak van saneringen zijn dat volgens de Wet bodembescherming nu de provincies en 29 grotere gemeenten.
Het beheer van historische grondwaterverontreiniging wordt een integraal onderdeel van het beheer van het watersysteem. De provincie heeft hiervoor een coördinerende en regisserende rol. De bescherming van de grondwaterkwaliteit is en blijft een gedeelde verantwoordelijkheid van Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten.
Saneringsplicht op grond van de Wet bodembescherming vervalt
De saneringsplicht voor spoedlocaties en saneringsplicht bedrijfsterreinen (artikel 55b van de Wet bodembescherming) is niet opgenomen in de rijksregels. Deze ‘saneringsplicht’ blijft wel voortbestaan voor spoedlocaties die vallen onder het eerbiedigende overgangsrecht in hoofdstuk 3 van de Aanvullingswet bodem. Afspraken uit de Bodemconvenanten borgen dat de spoedeisende locaties zijn aangepakt of beheerst bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Onder de Omgevingswet worden bestaande bodemverontreinigingen aangepakt bij ontwikkelingen. De voorgenomen activiteit of gebiedsopgave staat dan voorop, in plaats van de verontreiniging. De gemeente moet in het omgevingsplan een saneringsplicht voor bodemgevoelige locaties opnemen (via instructieregels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) in het Besluit kwaliteit leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)). Voor overige situaties mag de gemeente regels stellen of maatwerkregels opnemen.
Algemene rijksregels milieubelastende activiteiten
Het Rijk trekt de Wet bodembescherming, de Circulaire bodemsanering 2013 en het Besluit uniforme saneringen in. Dus ook de systematiek van beschikkingen op grond van de Wet bodembescherming verdwijnt. Daarvoor in de plaats komen de algemene rijksregels voor een aantal milieubelastende activiteiten. Hieronder vallen onder andere:
- het graven in de bodem
- het saneren van de bodem
- het opslaan van grond en baggerspecie
- het toepassen van grond, baggerspecie en bouwstoffen in of op de bodem
Gebruik van het Digitaal Stelsel Omgevingswet
Het verrichten van de melding en het aanleveren van gegevens en bescheiden voorafgaand aan of na afloop van de activiteit, vindt plaats via het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).
Onder de Wbb maakten initiatiefnemers gebruik van formulieren van het bevoegd gezag Wbb of van de standaardformulieren voor het Besluit uniforme saneringen (BUS). Deze Wbb- en BUS-formulieren blijven wel beschikbaar voor saneringen die onder overgangsrecht vallen.
Geen besluit over evaluatieverslag bij saneren
In tegenstelling tot onder de Wbb neemt het bevoegd gezag bij een sanering geen besluit meer over het evaluatieverslag dat na afloop van de activiteit is opgesteld. Wel moet de initiatiefnemer het evaluatieverslag, dat is opgesteld door de organisatie die de milieukundige begeleiding uitvoert, meesturen met de gegevens en bescheiden, na afloop van de activiteit. Deze informatie geeft het bevoegd gezag inzicht of de sanering volgens de melding is uitgevoerd, welk eindresultaat het heeft opgeleverd en of de grond op een juiste manier is afgevoerd. Mocht uit het evaluatieverslag van de sanering blijken dat niet (geheel) volgens het Bal en/of maatwerkregels of -voorschriften gesaneerd is, dan kan het bevoegd gezag handhavend optreden op grond van de inhoudelijke artikelen uit het Bal of het omgevingsplan en/of de maatwerkvoorschriften.
Daarnaast kan het bevoegd gezag deze informatie registreren in het bodeminformatiesysteem, zodat deze opvraagbaar is als in de toekomst op de dezelfde locatie nieuwe activiteiten plaatsvinden waarbij de kwaliteit van de bodem van belang is.
Overzicht oude en nieuwe wetgeving
Instructieregel
De instructieregel is een bindende regel voor bestuursorganen over:
- de uitvoering van bepaalde taken, of
- de inhoud of motivering van bepaalde besluiten (bijvoorbeeld programma's, omgevingsplannen, waterschapsverordeningen, omgevingsverordeningen, maatwerkvoorschriften, projectbesluiten)
Lees meer over de instructieregel.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.
Lees meer op de pagina Inhoud Besluit kwaliteit leefomgeving.